inhoud
van
deel
De heer Ros woont nu in het prachtige
Stadskwartier. Mevrouw Ros vertelt hoe ze
ziet dat haar man hier helemaal opbloeit. Vooral het gezamenlijk koken en eten met
de woonbegeleiders en medebewoners heeft een positieve uitwerking op haar man. Hij
komt weer aan, heeft een gezonde uitstraling en is weer vrolijk. Als hij weer terugkomt van een bezoek aan zijn oude woonomgeving, voelt hij zich in het Stadskwartier direct weer thuis.
Lorem ipsum
Lorem ipsum
Allround medewerkers zetten bewoner voorop
Een kleine groep medewerkers verzorgt een kleine groep bewoners. Dat maakt dat medewerkers zich bezighouden met het hele zorgproces rondom de bewoner.
Niet alleen zijn ze verantwoordelijk voor
de verzorging en verpleging, maar ook voor het roosteren, organiseren van activiteiten, het begeleiden van vrijwilligers, de was en boodschappen doen. De medewerkers ontwikkelen zich zo steeds tot meer tot
all round woonbegeleiders. Hoewel dat soms wordt ervaren als verzwaring van
de functie, vinden medewerkers het toch goed te doen. Voor alle medewerkers geldt: de bewoner staat voorop.
Uit Evaluatieverslag Oranje Gele Paarse Weide van Inez Sales
Vooral fijn maken voor de bewoners
Sinds 8 april 2013 is het grote team van De Koppel
verdeeld over drie teams, een team per verdieping.
Inez is in gesprek met Team Spoorzicht en vraagt hoe
het gaat. Tijdens dit gesprek valt op hoe enthousiast
de teamleden vertellen over hun ervaringen. Ze zijn
duidelijk gegroeid in het vertrouwen in zichzelf en in
elkaar als teamgenoten: het plezier straalt er van af.
Een ding staat voorop: ze willen het vooral fijn maken
voor de bewoners. Hieronder volgen enkele reacties.
Korte lijntjes
‘Het is nu veel leuker. We hebben een veel kleiner team, je kent elkaar beter. De lijntjes zijn kort waardoor
je elkaar snel weet te vinden. Dat werkt veel plezieriger, ook omdat er veel meer rust en overzicht is.
Je kent de bewoners veel beter en daardoor is het ook makkelijker om op de behoeftes van hen in te spelen.’
Nagels lakken
‘Gisteren had ik nog wat tijd over en ik weet dat een bewoner het zeer op prijs stelt om er verzorgd uit te zien. Ik stelde voor om haar nagels te lakken. ‘Heb je daar dan tijd voor?’ vroeg ze. Ik vond het leuk om te doen
en ook haar deed het zichtbaar goed. Toen we nog een groot team waren, was de benadering heel anders. Dan was je eerder beducht om iets speciaals te doen voor een bewoner: ‘Daar beginnen we niet aan,
want dan willen anderen dat ook. Nu doen we die dingen gewoon.’
Weinig animo voor de huiskamer: is dat erg?
‘Wat jammer is op onze verdieping dat de huidige bewoners bijna niet in de huiskamer komen. Dat is op andere verdiepingen meer; dan zie je dat ze daar leuke dingen doen met de bewoners en zie je ook dat de bewoners iets voor elkaar kunnen betekenen. Dat geeft de bewoners ook een goed gevoel.’ Er volgt een discussie hoe de bewoners verleid zouden kunnen worden naar de huiskamer. Verschillende ideeën worden geopperd die zouden kunnen werken, waarbij opgemerkt wordt dat het leidende principe is en blijft: wat is de behoefte van de bewoner. Als zij er geen behoefte aan hebben, dan wordt dat gerespecteerd. De huidige bewoners van Spoorzicht zijn nog redelijk in goede doen en zelfstandig. Als dat verandert zal wellicht ook hun behoefte veranderen en wordt daarbij aangesloten.
Rollen en de teamtaken
‘De taken en rollen worden goed opgepakt, zoals voorzitter, verslag maken van de vergadering, roostering,
de contactpersoon voor vrijwilligers. Ook met de vrijwilligers is de samenwerking veel beter en meer bewonersgericht in plaats van taakgericht. Zij kennen de bewoners nu ook veel beter en nemen zelf meer initiatieven die aansluiten bij de persoonlijke wensen van de bewoners.’
Anja Vrielink, woonbegeleider De Blenke:
Niet langer verplicht gezellig doen
We vragen Anja Vrielink, woonbegeleider in woonzorgcentrum De Blenke in Hellendoorn, wat er door de invoering van kleinschalig wonen is veranderd: 'Dingen worden niet meer van bovenaf opgelegd. Ik noem maar een voorbeeld.
Voor de transitie moesten bewoners naar het Grand Café om koffie te drinken; behalve als ze
ziek waren, dan kregen ze koffie of thee op hun kamer. Maar er kan ook een andere reden zijn waarom mensen koffie op hun kamer willen. Bijvoorbeeld omdat ze even geen behoefte hebben om bij andere mensen te zitten. Of omdat ze een minder goede dag hebben. Nu beslissen we dat met elkaar. We kijken naar de bewoners: wat willen zij graag? Soms moet je iemand wat meer stimuleren om toch eens naar beneden te gaan. Maar dat wat de bewoner wil is belangrijk. Sommigen hebben een eigen koffiezetapparaat, dan zetten wij koffie op de kamer. Het Grand Café was bedoeld als een middel om de eenzaamheid te verminderen; het samen eten zou per definitie gezellig zijn. Maar kijk eens naar jezelf; je hebt zelf ook niet altijd behoefte aan mensen om je heen. Ik zou niet altijd met andere mensen willen eten: de een knoeit, de ander haalt zijn gebit eruit. Maar het was min of meer verplicht om naar het Grand Café te gaan; de bewoners 'moesten' van de kamer af. Veel bewoners zagen het als verplicht gezellig doen. Terwijl een kamer voor een bewoner toch wel een veilige en vertrouwde plek is. Koffiedrinken lijkt zoiets onbelangrijks, maar het zijn vaak de kleine dingen die het hem doen.'
gezellig doen
Niet langer verplicht
Anja Vrielink:
voor bewoners
vooral fijn maken
De Koppel:
Medewerkers
voorop
zetten bewoner
medewerkers
Allround
Samen de sterren
van de hemel spelen
Zorgverleners verantwoordelijk
voor het gehele zorgproces
ZorgAccent werkt met zelfsturende teams; we hebben dit ingevoerd omdat we zorgverleners zoveel mogelijk ruimte
en regelvermogen willen geven om hun werk te organiseren. We zijn ervan overtuigd dat zij als de beste in staat zijn om het gehele zorgproces rondom de cliënt te organiseren omdat ze de cliënten goed kennen en weten hoe het in
de praktijk werkt. Ruimte geven aan zorgverleners betekent ook een beroep doen op hun verantwoordelijkheid om hun vak goed uit te oefenen. Dit betekent dat van zorgverleners verwacht wordt om hun vakbekwaamheid te onderhouden met uiteraard faciliteiten daarvoor vanuit de organisatie.
We zitten nog volop in de ontwikkeling naar nog meer zelfsturing in de teams. Dit is een proces duurt jaren en
het vraagt een continue alertheid om niet terug te vallen
op oud gedrag gebaseerd op control en beheersing. Zelfsturing betekent niet dat er geen afspraken en kaders
zijn: natuurlijk zijn er duidelijke afspraken die de kwaliteit
en veiligheid garanderen en de financiën op orde houden.
Er is geen weg terug. Zelfsturing leidt tot grote
betrokkenheid en motivatie van zorgverleners. In veel
kortere lijnen kunnen besluiten worden genomen, er is meer overzicht en er is meer maatwerk mogelijk per team. In de volgende filmpjes hoort u de verhalen uit de praktijk die dit onderstrepen.
De huisarts:
‘Laat mensen zoveel
mogelijk zelf doen.’
‘Als de zorg
complex is heb je
wel mensen nodig
die die zorg
kunnen verlenen.’